CD: Luthers Lieder (Athesinus Consort)

LUTHERS LIEDER (Chrismon edition/Carus, 2CD’s )
Athesinus Consort Berlin (dir. Klaus-Martin Bresgott), Kammerchor Stuttgart (dir. Frieder Bernius), € 17,99

Alle 35 liederen van Luther (of die hem worden toegeschreven met redelijke zekerheid) staan op deze twee CD’s. Voor deze uitgave heeft men ervoor geopteerd om niet enkel tijdgenoten van Luther of directe nazaten daarvan te laten klinken, maar een staalkaart te verschaffen van hoe de liederen van Luther door de eeuwen heen zijn getoonzet. Voor de kleinschalige versies verzorgt het Athesinus-consort uit Berlijn (o.l.v. Klaus-Martin Bresgott) de uitvoering. Ze staan voornamelijk op CD 1. We horen muziek van de bekende namen (Walter, Praetorius, Schein, Schütz etc), maar naast de 16de en 17de eeuw duiken ook 20ste eeuwse versies op: Volker Jaekel, Christoph Drescher, Frank Schwemmer, Jonathan Brell). Hun compositiestijl varieert van een eigentijdse barok-stijl, via een muziekstijl minimale-middelen-maximale-expressie, tot jazzy ritmes en close harmony. Laatst genoemde stijl valt ook het voor ons Vlamingen meest interessante lied van Luther: ‘Ein neues Lied wir heben an’ ten deel. We horen enkel het eerste couplet van deze ballade over de eerste martelaren van de Reformatie, te Brussel verbrand op 1 juli 1523 (Volker Jaekel, CD 1, nr. 12). Het dubbelkwartet zet een vlekkeloze uitvoering neer, die vergeleken met de uitvoering van Vox Luminis wat cerebraal overkomt als het de 16de en 17de eeuwse muziek betreft. Ik mis ‘de ziel’, de harteklop, de adem. De eigentijdse composities komen beter uit de verf. Dat is duidelijk meer hun ding. Het is natuurlijk geen toeval dat een aantal van de composities, zeker de nieuwe, bij Carus-verlag besteld kunnen worden. Voor de orgelmuziek van Buxtehude, Bach, en Reger is beroep gedaan op Matthias Ank (orgel). Sophie Harmsen (mezzo-sopraan) zingt de melodie voorafgaand aan de orgelbewerking. Voor maar liefst vijf Lutherse koralen is gekozen voor zettingen van de jonge Felix Mendelssohn Bartholdy, uitgevoerd door het Kammerchor Stuttgart (o.l.v. Frieder Bernius), aangevuld met een orkest en solisten. Hiermee recycleert Carus ouder materiaal uit de ‘Gesamteinspielung’ van Mendelssohn’s koorwerk. De koppelverkoop is in dit geval wel erg doorzichtig. Carus-Verlag heeft hiervan ook de partituren uitgegeven. Zouden het bijzonder interessante stukken zijn, dan zou dit te verantwoorden wezen, maar dit is niet het geval. Mendelssohn heeft ze zelf nooit uitgegeven. Hij beschouwde ze als ‘compositie-oefeningen’. Door op deze opnamen terug te grijpen is ook het evenwicht in de selectie zoek: meer dan 40 minuten van CD2 worden door Mendelssohn bezet. Men had het spectrum makkelijk kunnen verbreden door bijv. orgelcomponisities van Pachelbel of Walther op te nemen in de selectie, dan wel Brahms of Distler aan bod te laten komen. Voor wie Duits beheerst bevat het boekje een korte toelichting op Luthers lieddichtkunst en de tekst van elk lied (niet volledig, want dan zou het boekje nog dikker zijn). Om het geheel een toegevoegde waarde te verlenen is een selectie van Luthers teksten voorzien van een kort commentaar door ‘bekende Duitsers’ (soms instructief, soms meditatief, soms columnistisch). Teksten van o.a. Margot Kässmann, Markus Mecke, Judith Zander en Uwe Kolbe. Dit boek is in de dubbel CD ingelijmd en bevat 104 pagina’s.

Dick Wursten