Een kleurcode om de belangrijkste elementen naar voren te halen.
– De verwijzing naar de enige bron en norm: de bijbel
– De verwijzing naar de redelijke argumentatie.
– Tenslotte: de persoonlijke verantwoordelijkheid.
Nisi convictus fuero testimoniis scripturarum, aut ratione evidente (nam necque Papae necque Conciliis solis credo. cum constet eos errare saepius, et sibi ipsiis contradixisse) victus sum scripturis a me adductis, captaque conscientia in verbis Dei, revocare necque possum, necque volo quidquam. Cum contra conscientia agere neque tutum, neque integrum.
Alleen Schriftgetuigenissen of zaken die ‘de logica zelve’ zijn kunnen mij (van mijn schuld) overtuigen. Paus en concilies hebben zich vergist en zichzelf (en/of elkaar) tegengesproken. Ik blijf dus overtuigd door de geschriften (het geschrevene) die ik heb aangehaald. Mijn geweten is gevangen is in Gods woorden. Daarom kan ik en wil ik niets herroepen. Het is onveilig (un-heilsam; ne tutum) en gevaarlijk (un-friedlich, ne integrum) om tegen het geweten in te handelen.
Vertaling van conscientia met ‘geweten’ is een beetje misleidend, maar er is geen ander woord. Waar het in de 16de eeuw om gaat is dat de mens zich bewust wordt dat hij een subject is – coram Deo (voor Gods aangezicht). Je bent aansprakelijk (dat is echt iets ‘moderns’ bij Luther). Wat jij hebt ontdekt aan inzichten, is dus niet vrijblijvend. There is skin in the game. Het is een samen-weten (con-scientia) met God. Je geweten is in die zin niet ‘vrij’, maar gevangen in wat God weet (wil, goed acht, gebiedt) zoals Luther hier ook heel precies zegt.