CD: Luther. The noble art of music (Utopia & InAlto)

De zangers van Utopia en de blazers van InAlto hebben de handen ineengeslagen om een programma ter ere van Luther op te nemen, omdat Luther de muziek zo hogelijk geëerd heeft. Aan de hand van drie teksten laten ze horen hoe in het voetspoor van Luther componisten daar in de loop van de 16de eeuw (met uitlopers naar de 17de eeuw: Praetorius)  muziek van gemaakt hebben: van een bicinium tot 10-stemmig drie-korig, maar merendeels vierstemmig met een cantus firmus). In het booklet (David J. Burn) wordt dit in het Engels, Frans en Duits uitgelegd.

De keuze is gevallen op Psalm 130Aus tiefer Not (De profundis clamavi), een van de eerste Psalmen die Luther in het begin van zijn liturgische hervorming heeft berijmd (winter 1523 deed hij een oproep uitgaan aan bevriende auteurs om hem bij te staan bij het berijmen van de belangrijkste psalmen). De prachtige phrygische melodie die erbij hoort verschijnt voor het eerst in 1524 in het Enchiridion.

Als tweede komt het gebed des Heren aan bod, Vater Unser, waarna de Paassequens Victimae Paschali Laudes aan bod komt die Luther op zijn karakteristieke vrijmoedige wijze omdichtte tot het lied Christ lag in Totesbanden. Hij combineert hier elementen uit Victimae met het Middeleeuwse Paaslied Christ ist erstanden. Ook dit lied verschijnt voor het eerst in het Erfurter Enchiridion uit 1524

Josquin Desprez (‘Der Noten Meister’, dixit Luther) mag telkens de blokken inleiden met een motet.

Er wordt zorgvuldig gezongen, en gespeeld. De zangers zijn goed op elkaar afgestemd en de blazers leveren heel vezorgd, cantabile, spel af. Het nadeel is dat het allemaal wel erg beheersd en ernstig klinkt. Meer afwisseling in de bezetting had hier al wat kunnen verhelpen. En waarom zo vaak a capella? of enkel instrumentaal? Juist de flexibiliteit in de uitvoering (elke stem is speel-/zingbaar) kenmerkt de 16de en 17de eeuw. Ook zou de keuze voor een meer balladesk lied van Luther niet misstaan hebben, want ook daarin komt de ‘noble art of music’ tot ontplooiing. Enkel bij Praetorius (laatste stuk van de cd) komt – en in de live-versie, die ik mocht meemaken was dat nog meer het geval – komt er beweging in, begint het bloed sneller te stromen en stijgt het hart omhoog. Jammer dat dat op deze cd niet meer gebeurt, want ik denk toch dat het dàt is wat Luther bedoelde als hij zo lovend schrijft over de hoge waarde van de muziek. Niet zozeer de ‘sereniteit’, maar ‘blijdschap’, niet enkel diepe gevoelens, maar ook een glimlach, juichkreet, een schaterlach.

Volgende keer misschien? Want ze kunnen het. En zou ik zeggen: nodig dan ook – naast de bazuinen en cornetten – ook strijkers en blokfluiten en wat al niet meer uit, en zet die in bij de uitvoering van Luthers geestelijke muziek.

tracklist:

1]  Douleur me bat – Josquin Desprez   02:49
2]  De Profundis Clamavi – Josquin Desprez    04:02

Aus Tiefer Not schrei ich zu dir
3] Mattheus Le Maistre (verse 1)   01:10
4] Mattheus Le Maistre    01:21
5] Johann Crüger (verse 2)   00:51
6] Arnoldus de Bruck    01:05
7] Lupus Hellick (verse 3)    01:26
8] Michael Praetorius (verse 5)   04:18
9] De Profundis Clamavi – Ludwig Senfl 05:45 

10] Plaine de dueil – Josquin Desprez 02:29

11] Unser Vater in den Himmeln – Balduin Hoyoul  02:24
12] Pater Noster – Josquin Desprez   04:08

Vater Unser in Himmelreich
13] Anonymous (verse 1)  00:47
14] Johann Walter (verse 5)  01:11
15] Caspar Othmayr (verse 6)  01:08
16] Johannes Eccard (verse 9)  01:03

17] Verleih uns Frieden – Anonymous 01:09
18] Victimae Pascali Laudes – Josquin Desprez  03:10

Christ Lag in Todesbanden
19] Balduin Hoyoul (verse 1)  02:02
20] Caspar Othmayr (verse 2)  01:03
21] Johann Walter (verse 5)  01:24
22] Johann Walter    02:02 Victimae Pascali Laudes
23] Orlandus Lassus     04:03
24] Michael Praetorius     06:20

www.utopia-ensemble.be

Griet De Geyter – soprano Bart Uvyn – alto Adriaan De Koster – tenor Lieven Termont – baritone Bart Vandewege – bass

www.inalto.fr

Lambert Colson – cornetto Charlotte Van Passen – trombone Guy Hanssen – trombone Bart Vroomen – trombone Adam Woolf – trombone Alice Foccroulle – soprano