Verleih uns Frieden/Gib unsern Fürsten

Da pacem Domine Deutsch

Heinrich Schütz, uit Geistliche Chor-music 1648.

Dit lied – beter: dit gezongen gebed – is geen origineel lied van Luther maar een eenvoudige berijming van de antifoon Pro pace (daterend uit de zesde of zevende eeuw, lees ik op de wikipagina). In de Lutherse traditie (sinds 1566, zie onder) wordt dit gebed samen gebeden met het gebed voor de overheid om een ‘Gut Regiment’, d.w.z. de bede dat degenen die de autoriteit en de macht hebben ook daadwerkelijk in staat (en bereid) zullen zijn om die vrede te bewaren, c.q. te bewerkstelligen… opdat wij een gerust en stil leven mogen leiden… Een zinvolle combinatie lijkt me. Zonder het tweede wordt het eerste gebed wat gratuit. Voor meer: zie onder. De combinatie (tweeledig motet) hoort u ook in bovenstaande opname uit de Geistliche Chor-music van Heinrich Schütz. Hij duidt het ook zo aan: SWV 372 = prima pars, SWV 373 = secunda pars.

De beide delen van dit motet (SWV 372-373) uit het stemboekje van de ‘Cantus’

De tekst

Da pacem, Domine, in diebus nostris,
quia non est alius qui pugnet pro nobis
nisi tu, Deus noster.

vertaald: Geef vrede, Heer, in onze dagen,
want er is geen ander, die voor ons zou strijden
dan Gij, onze God.

Verleih uns Frieden gnädiglich,
Herr Gott, zu unsern Zeiten.
Es ist doch ja kein ander nicht,
der für uns könnte streiten,
denn du, unser Gott, alleine.

Martin Luther (1529)

Het is duidelijk dat Luther de Latijnse antifoon gewoon ‘metrisch’ vertaald heeft. Toevallig of niet, de extra woorden zijn typisch Luthers: ‘genädiglich’ en ‘alleine’, alhoewel dat laatste vanuit de doeltaal, het Duits, eigenlijk geen echte toevoeging is, maar eerder een explicatie van wat impliciet in non alius, nisi zit en in het Duits dus ‘verwacht’ wordt (vgl. zijn beroemde/beruchte vertaling van Romeinen 3:28, waar hij alleen toevoegt: “So halten wir nun dafür, daß der Mensch gerecht werde ohne des Gesetzes Werke, allein durch den Glauben.”

De melodie

Bapstscher Gesangbuch 1545

Over de melodie: De zangwijs lijkt niét afgeleid van de melodie van de antifoon Da pacem, maar van de hymne Veni redemptor gentium (‘Nun komm der Heiden Heiland’). Enkel de laatste (d.w.z. de vijfde regel) is nieuw en geeft dit lied (vers) een heel eigen karakter.

Ontstaan

De berijming, en daarmee de omwerking tot een lied, stamt uit 1528 of voorjaar 1529 (eerste bekende druk: 1529 1). Dat jaartal is veelzeggend: Karel V wil op de rijksdag van Speyer (Spiers) het edict van Worms uit 1521 opnieuw onverkort laten gelden, d.w.z. Lutheranisme = een ketterij die op alle punten moet worden bestreden, uitgeroeid. De vrijheden die de vorsten hadden genomen om de eredienst te hervormen naar Luthers inzichten, stonden dus onder druk. De Protestation tegen het terugdraaien hiervan door een aantal van de Duitse vorsten heeft de Reformatie haar naam gegeven. Een gebed voor vrede is ook bidden om gerechtigheid. God’s vrede (shalom) omvat dat.

Twee bijzonderheden

Gib unsern Fürsten: een toegevoegd refrein (Johann Walter 1566)

In de uitgave met polyfone muziek van Johann Walter, Das Christlich Kinderlied D. Martini Lutheri, Erhalt uns Herr etc. :… mit etlichen schönen Christlichen Texten, Latinischen und Teutschen Gesengen gemehrt (Dresden, 1566)2 staat een polyfone zetting van Verleih uns Frieden (als laatste deel, sexta pars van Erhalt uns Herr). Deze wordt gevolgd door maar liefst vier zettingen van het gebed voor de overheid uit 1 Timotheüs 2.

1 So ermahne ich euch nun, daß man vor allen Dingen zuerst tue Bitte, Gebet, Fürbitte und Danksagung für alle Menschen, für die Könige und alle Obrigkeit, auf daß wir ein ruhiges und stilles Leben führen mögen in aller Gottseligkeit und Ehrbarkeit.

1 Timotheüs 2 (Lutherbijbel, 1545). In de Statenvertaling: 1 Ik vermaan dan voor alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbeden, dankzeggingen, voor alle mensen; 2Voor koningen, en allen, die in hoogheid zijn; opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid.

In het voorwoord bij deze uitgave (Walter is inmiddels 70 jaar oud!) is hij duidelijk. Het zijn roerige tijden geweest, en nog steeds. Op veel plaatsen is de hervorming van de kerk teruggedraaid, er zijn oorlogen gevoerd. Walter’s visie: Hou vast aan de ware leer, zeker, maar bid altijd ook voor de overheid (welke die ook zijn mag). Bid, dat zij haar ‘job’ (roeping, ambt) goed moge uitvoeren. Een stil en rustig (gerust) leven is meer waard dan je zou denken…. Zelf orthodox Lutheraan, had hij moeite gehad met de diverse compromissen die gesloten werden om de vrede te bewaren (o.a. Leipziger Interim).3 De tekst die hij dit motet ten grondslag legt, is eigenlijk niets anders dan de oproep tot gebed uit 1 Timotheüs 2 (z.b.) omgezet in een gebed.

Gib unserm Fürsten und aller Obrigkeit
Fried‘ und gut Regiment,
das wir unter Ihnen ein geruhig (gerüglich) und stilles Leben führen mögen
in aller Gottseligkeit und Ehrbarkeit.

Johann Walter naar 1 Timotheüs 2 (1566)
tenorboek: eerste van de 4 bewerkingen van Gib unserm Fürsten (NB: enkelvoud – later meestal meervoud (unsern Fürsten)). In latere gezangboekedities wordt met dit woord gespeeld (Fürsten, Herren, Kaiser (laat 19de eeuw). In moderne Gib unserm Volke.. )

Sinds Walter zijn deze drie liederen in zekere zin één geheel gaan vormen. 1. Erhalt uns Herr bei deinem Wort: op zich een zelfstandig lied met meerdere strofen. 2. Het alleenstaande vers Verleih uns Frieden werd vervolgens van dit lied het sluitstuk, de slotstrofe. 3. Na de publicatie van Gib unsern Fürsten gaan de laatste twee (Verleih & Gib) ook een verbond aan. Het wordt een mini-motet, zoals bij Schütz. Als zodanig, komen ze ook vaak voor in composities van de Lutherse componisten in 17de en 18de eeuw (en 19de eeuw?).
1. Erhalt uns Herr bei deinem Wort (meerdere strofen)
2. Verleih uns Frieden gnädiglich & 3. Gib unsern Fürsten…
Vb: In de koraalcantate van J.S. Bach, Erhalt uns Herr bei deinem Wort (BWV 126), zijn ze ook alle drie present, en in BWV 42 vinden we aan het eind Verleih uns en Gib unsern Fürsten als “slotkoraal”. Nog in het Evangelisches Gesangbuch van 1950 staan de laatste twee onder één nummer.

Een extra gebed

In de oudste liedboekjes volgt op de tekst van Verleih uns Frieden vaak nog een versikel (tweeregelig vers) en een gebed in het Duits. Beide zijn nauw verwant aan het het Da pacem…

Gott gib Fried‘ in deinem Lande,
Gluck und Heil zu allem Stande.

Herr Gott, himmlischer Vater, der du heiligen Mut, guten Rat und recht Werk schaffest, Gib deinen Dienern den Frieden, welchen die Welt nicht kann geben, auf das unsere Herzen an deinen Geboten hangen und wir unser Zeit durch deinen Schutz [für Feinden] stille und sicher für Feinden lebe. Durch Jesu Christ, deinen Sohn unsern Herrn. Amen.

Dick Wursten, 27 februari 2022

  1. in de eerste druk van het Klugsche Gesangbuch, waarvan geen exemplaar bewaard is, maar waarvan de gegraveerde melodieën zijn hergebruikt in de herdruk uit 1533. De eerste nog bewaarde druk van dit lied dateert uit 1531 (Nurnberg, Erfurt)
  2. Voor meer info over deze uitgave zie deze pagina
  3. Hij leidde de hofkapel van Dresden van 1548 tot 1554. Daarna trok hij zich terug naar Torgau: “He remained a strict Lutheran and resisted the Leipzig Interim of 1548 and all theological and liturgical change. His concern for the continuation of the pure Lutheran doctrine is reflected in his letters from Dresden and in some of his late works from Torgau, where he lived in his old age.” (Grove’s dictionary)