Camerata Trajectina:
“Een nieuwe Liedt wy heven aen”, Lutherse zang in de Nederlanden. Globe 5270, 2017. EAN 8711525527003. € 16,50
Met deze CD levert “Camerata Trajectina“ haar bijdrage aan het Lutherjaar. En zoals we van dit ensemble gewend zijn hebben ze ook hier weer wetenschappelijke analyse en opzoekingswerk (‘onontgonnen materiaal’) gekoppeld aan een concreet thema: Lutherse zang in de Nederlanden in de 16de eeuw. Wie de cd koopt krijgt niet enkel in 20 tracks een auditief overzicht van de manier waarop Lutherse melodieën in de 16de eeuw in de Nederlanden zijn gezongen, maar ook (in het booklet) een résumé van Luthers visie op muziek, een panorama van het milieu waarin deze muziek geklonken heeft inclusief een overzicht van de bronnen die men hiervoor heeft gebruikt.
De titel van de cd is de beginregel van het lied dat Luther schreef ter gedachtenis van de Hendrik Vos (Voes) en Johannes Van den Esschen, twee broeders van het Augustijner klooster te Antwerpen die in 1523 zijn verbrand ‘te Brussel in dat Nederlant’, omdat zij niet ‘van hunne ketterye wilden afgaen’. [Meer info daarover] Dit lied wordt gezongen in de zetting van Luthers muzikale rechterhand, Johann Walter. Nadien volgden er nog executies, ook in de Noordelijke Nederlanden, waarvoor in het voetspoor van Luther ook ‘martelaarsliederen’ werden gecomponeerd. Op de cd zijn er drie verzameld: Twee uit ‘Hollant inden Haghe’, en één uit ‘Bolsweert binnen der stede’. Naast deze creaties van eigen bodem, werden ook Luthers liederen ijverig gezongen in de Nederlanden, al dan niet in vertaling. Melodische en ritmische varianten ontstonden vanzelf. Een Psalm van Utenhove, gezongen ‘über ‘m Tisch’, klinkt anders dan wanneer die aangeheven wordt tijdens de kerkdienst in de vluchtelingengemeente te London. En met ‘Een vaste Burcht’ kun je veel kanten op. Op de cd komt dit lied drie keer langs, eerst in een strijdbare geuzenversie (met trom en fluit), dan middels geïmproviseerde blokfluitvariaties (Saskia Coolen), en tenslotte in een zetting van Lupus Hellingk.
De samenstellers hebben geput uit ‘Een Hantboecxken inhoudende den heelen Psalter des H. propheete David’ (1565), een bewerking van het ‘Bonnisch Gesangbuch’ uit 1544. Ook Willem van Haecht (ca. 1530-na 1585), een vooraanstaand lid van de Antwerpse rederijkerskamer “De Violieren”, is present. Het ‘Woerdische Sangboeck’ uit 1589 bevat berijmingen van de psalmen en vertalingen van vrijwel alle lutherse liederen. Op zich, is de lutherse beweging in de Nederlanden nooit heel groot geworden. Daarvoor was de repressie te hevig en toen er eindelijk – tijdelijk – wat meer vrijheid kwam (het ‘Wonderjaar’) werd ze snel overvleugeld door de calvinisten, die er heel andere muziekopvattingen op na hielden. Toch waren enkele lutherse liederen ook bij de calvinisten ingeburgerd en geliefd, zoals ‘Onse Vader in Hemelrijck’. Het feit dat tot ver in de 17de eeuw synodes het zingen van gezangen moesten verbieden, duidt erop dat dit in ‘gereformeerde’ kerken dus wel degelijk gebeurde, èn dat het volk daar plezier en stichting aan beleefde. Verder gebruikte men melodieën van Lutherse liederen voor politieke doeleinden. Heel bekend, ook in Vlaanderen, is het ‘Gentsch vaeder-onze’, een felle aanklacht tegen de hertog van Alva. Het staat ook op deze cd. Het begint alsvolgt:
Helschen duvel, die te Bruyssel zijt
Uwen naem ende faem sy vermaledyt…
Camerata Trajectina bestaat uit vijf zangers en evenveel instrumentalisten (blokfluit, gamba, harp, luit en trom). Samen proberen ze middels dit interessante programma een verloren muzikale wereld terug tot leven te wekken. Dat het eindproduct mij uiteindelijk niet overtuigt, hangt samen met een geaffecteerde manier van zingen, die afbreuk doet aan de beoogde intentie.
Tenslotte: Zoals Nico van der Meel, die artistiek leider en schrijver van het 70 bladzijden tellende booklet (Nederlands/Engels, incl. volledige liedteksten) opmerkt, zou deze opname niet denkbaar zijn geweest zonder de Liederenbank van het Meertens Instituut en de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL).
De cd is opgedragen aan Louis Peter Grijp (1954-2016) en Erik Beijer (1959-2017) in grote dankbaarheid voor alles wat zij voor Camerata Trajectina betekend hebben.
Dick Wursten