Latijn (Origineel) | Nederlandse vertaling |
---|---|
Amore et studio elucidande veritatis hec subscripta disputabuntur Wittenberge, Presidente R. P. Martino Lutther, Artium et S. Theologie Magistro eiusdemque ibidem lectore Ordinario. Quare petit, ut qui non possunt verbis presentes nobiscum disceptare agant id literis absentes. In nomine domini nostri Hiesu Christi. Amen. | Uit liefde voor de waarheid en ijver om die helder te krijgen, zal te Wittenberg onder leiding van de E.P. [eerwaarde pater] Martin Luther, Master of Arts & Theology, aldaar gewoon hoogleraar, gedisputeerd worden over het onderstaande. Hij verzoekt daarom degenen die niet in de gelegenheid zijn om met ons daarover face-to-face te discussiëren, dit vanop afstand schriftelijk te doen. In de naam van onze Heer Jezus Christus, AMEN |
1. Dominus et magister noster Iesus Christus dicendo `Penitentiam agite &c.’ omnem vitam fidelium penitentiam esse voluit. | 1. Toen onze Heer en Meester Jezus Christus zei: ‘Doet boete’ enz. (Penitentiam agite staat er in de Vulgaat [= Bijbel] in Matth. 4: 17), wilde Hij dat het hele leven van de gelovigen boetedoening (‘penitentie’) zou zijn. |
2. Quod verbum de penitentia sacramentali (id est confessionis et satisfactionis, que sacerdotum ministerio celebratur) non potest intelligi. | 2. Dit woord mag niet verstaan worden als betrekking hebbend op het sacrament van de boete (‘penitentia’). Dat bestaat immers uit biecht en genoegdoening (‘satisfactio’), bediend door het priesterlijk ambt. |
3. Non tamen solam intendit interiorem, immo interior nulla est, nisi foris operetur varias carnis mortificationes. | 3. Het heeft ook niet alleen betrekking op het innerlijke (versta de ‘innerlijke boete’), immers de innerlijke boete is niets waard als die niet niet naar buiten toe op allerlei wijze de versterving van het vlees (‘mortificatio’) bewerkt. |
4. Manet itaque pena, donec manet odium sui (id est penitentia vera intus), scilicet usque ad introitum regni celorum. | 4. Daarom blijft de straf, zolang de zelfhaat blijft (dat is de echte innerlijke boete), dat wil zeggen: tot men binnentreedt in het koninkrijk der hemelen. |
5. Papa non vult nec potest ullas penas remittere preter eas, quas arbitrio vel suo vel canonum imposuit. | 5. De paus wil en kan geen andere straf kwijtschelden/vergeven dan die hij heeft opgelegd naar eigen oordeel of volgens kerkelijke wetten. |
6. Papa non potest remittere ullam culpam nisi declarando, et approbando remissam a deo. Aut certe remittendo casus reservatos sibi, quibus contemptis culpa prorsus remaneret. | 6. De paus kan geen enkele schuld kwijtschelden/vergeven behalve door te verklaren en te bekrachtigen dat ze door God vergeven is. Of preciezer: Hij kan die gevallen die hem zijn voorbehouden vergeven/kwijtschelden. Zou men dat negeren, dan zou die schuld absoluut blijven bestaan als . |
7. Nulli prorus remittit deus culpam, quin simul eum subiiciat humiliatum in omnibus sacerdoti suo vicario. | 7. God vergeeft niemand de schuld zonder hem tegelijk te brengen tot deemoedige gehoorzaamheid aan de priester als zijn plaatsvervanger. (‘vicarius’) |
8. Canones penitentiales solum viventibus sunt impositi nihilque morituris secundum eosdem debet imponi. | 8. De kerkelijke regels (‘canones’) over de boete zijn alleen bestemd voor de levenden en volgens diezelfde regels mag aan stervenden niets worden opgelegd. |
9. Inde bene nobis facit spiritussanctus in papa excipiendo in suis decretis semper articulum mortis et necessitatis. | 9. Daarom bewijst de Heilige Geest ons door de paus een weldaad, waar deze in zijn decreten altijd een uitzondering maakt voor de situatie van dood of uiterste nood. |
10. Indocte et male faciunt sacerdotes ii, qui morituris penitentias canonicas in purgatorium reservant. | 10. On-beleerd (of onverstandig) en slecht handelen die priesters die voor stervenden kerkelijke boetedoeningen tot in het vagevuur laten gelden. |
11. Zizania illa de mutanda pena Canonica in penam purgatorii videntur certe dormientibus episcopis seminata. | 11. Dit onkruid, dat men canonieke straffen [kerkelijk bepaalde boetedoening] laat doorlopen tot in het vagevuur, is zeker en vast gezaaid toen de bisschoppen sliepen. |
12. Olim pene canonice non post, sed ante absolutionem imponebantur tanquam tentamenta vere contritionis. | 12. Vroeger werden ‘canonieke straffen’ niet ná maar vóór de absolutie opgelegd om de oprechtheid van het het berouw te testen. |
13. Morituri per mortem omnia solvunt et legibus canonum mortui iam sunt, habentes iure earum relaxationem. | 13. De stervenden worden door hun dood verlost van dit alles, en de bepalingen van het ‘canoniek recht’ gelden de iure niet voor gestorvenen. |
14. Imperfecta sanitas seu charitas morituri necessario secum fert magnum timorem, tantoque maiorem, quanto minor fuerit ipsa. | 14. Onvolkomen vroomheid of onvolkomen liefde veroorzaken op het sterfbed noodzakelijkerwijs grote angst; en des te groter naarmate die beide geringer zijn. |
15. Hic timor et horror satis est se solo (ut alia taceam) facere penam purgatorii, cum sit proximus desperationis horrori. | 15. Die angst en schrik zijn op zichzelf – om van andere dingen nog maar te zwijgen – al voldoende om een mens de pijn van het vagevuur te doen gevoelen, omdat ze dichtbij de verschrikking van de vertwijfeling komt. |
16. Videntur infernus, purgaturium, celum differre, sicut desperatio, prope desperatio, securitas differunt. | 16. Men kan zeggen, dat hel, vagevuur en hemel op dezelfde wijze te onderscheiden zijn als vertwijfelen, bijna vertwijfelen en heilszekerheid. |
17. Necessarium videtur animabus in purgatorio sicut minni horrorem ita augeri charitatem. | 17. De zielen in het vagevuur zullen vermindering van de verschrikking wel net zo nodig hebben als toename van de liefde. |
18. Nec probatum videtur ullis aut rationibus aut scripturis, quod sint extra statum meriti seu augende charitatis. | 18. Er zijn geen redelijke en schriftuurlijke motieven voor de opvatting, dat zij niet meer in staat zijn verdienste te verwerven of in liefde toe te nemen. |
19. Nec hoc probatum esse videtur, quod sint de sua beatitudine certe et secure, saltem omnes, licet nos certissimi simus. | 19. Evenmin voor de opvatting, dat alle zielen in het vagevuur zeker zijn van hun behoud, ook al zijn wij daar absoluut zeker van. |
20. Igitur papa per remissionem plenariam omnium penarum non simpliciter omnium intelligit, sed a seipso tantummodo impositarum. | 20. Daarom bedoelt de paus met de woorden ‘volkomen kwijtschelding van alle straffen’ niet alle straffen, maar alleen die hij zelf heeft opgelegd. |
21. Errant itaque indulgentiarum predicatores ii, qui dicunt per pape indulgentias hominem ab omni pena solvi et salvari. | 21. Daarom dwalen die aflaatpredikers die zeggen, dat door de pauselijke aflaten de mens gered en bevrijd wordt van alle straffen. |
22. Quin nullam remittit animabus in purgatorio, quam in hac vita debuissent secundum Canones solvere. | 22. Het is dus veeleer zo, dat de paus de zielen in het vagevuur geen enkele straf kwijtscheldt, die zij volgens de kerkelijke regels in dit leven hadden moeten boeten. |
23. Si remissio ulla omnium omnino penarum potest alicui dari, certum est eam non nisi perfectissimis, i.e. paucissimis, dari. | 23. Als er al sprake is van kwijtschelding van alle straffen, dan bestaat dat alleen voor de meest volkomenen, dus voor heel weinigen. |
24. Falli ob id necesse est maiorem partem populi per indifferentem illam et magnificam pene solute promissionem. | 24. Daarom wordt een groot deel van het volk bedrogen, wanneer hun met een groots gebaar zonder onderscheid de vrijspraak van alle straf beloofd wordt. |
25. Qualem potestatem habet papa in purgatorium generaliter, talem habet quilibet Episcopus et Curatus in sua diocesi et parochia specialiter. | 25. Wat geldt voor de paus ten aanzien van het vagevuur in het algemeen, dat geldt evengoed voor elke bisschop en pastoor in hun bisdom of parochie. |
1. [26] Optime facit papa, quod non potestate clavis (quam nullam habet) sed per modum suffragii dat animabus remissionem. | 26. De paus doet er zeer goed aan de zielen in het vagevuur vergeving te schenken niet krachtens zijn sleutelmacht, die hij helemaal niet heeft, maar op grond van de voorbede. |
2. [27] Hominem predicant, qui statim ut iactus nummus in cistam tinnierit evolare dicunt animam. | 27. Men verkondigt de mens [= niet-Gods leer], als men beweert dat de ziel uit het vagevuur omhoogschiet, zodra de klank van het geld in de kist rinkelt. |
3. [28] Certum est, nummo in cistam tinniente augeri questum et avariciam posse: suffragium autem ecclesie est in arbitrio dei solius. | 28. Eén ding is zeker: zodra het geld in de kist klinkt kunnen gewinzucht en hebzucht toenemen; de voorbede van de Kerk rust op Gods besluit alleen. |
4. [29] Quis scit, si omnes anime in purgatorio velint redimi, sicut de s. Severino et Paschali factum narratur. | 29. Wie weet eigenlijk, of alle zielen in het vagevuur wel verlost willen worden; denk maar aan wat verteld wordt over Sint Severinus en Sint Paschalis. [die wilden wat langer in het vagevuur blijven om een betere plaats in de hemel te verwerven] |
5. [30] Nullus securus est de veritate sue contritionis, multominus de consecutione plenarie remissionis. | 30. Niemand is zeker dat zijn berouw vokomen oprecht is, laat staan dat hij zeker kan zijn van de volledigheid van de vergeving. |
6. [31] Quam rarus est vere penitens, tam rarus est vere indulgentias redimens, i. e. rarissimus. | 31. Zo zeldzaam als iemand die echt boetedoet, zo zeldzaam is iemand die echt aflaat ontvangt, d.w.z. uiterst zeldzaam. |
7. [32] Damnabuntur ineternum cum suis magistris, qui per literas veniarum securos sese credunt de sua salute. | 32. Wie denken door aflaatbrieven zeker te zijn van hun behoud zullen met hun leraars onder het eeuwig oordeel vallen. |
8. [33] Cavendi sunt nimis, qui dicunt venias illas Pape donum esse illud dei inestimabile, quo reconciliatur homo deo. | 33. Men kan zich niet genoeg hoeden voor hen die de aflaat van de paus een onschatbare gave Gods noemen waardoor de mens met God verzoend wordt. |
9. [34] Gratie enim ille veniales tantum respiciunt penas satisfactionis sacramentalis ab homine constitutas. | 34. Immers, de genade van de aflaat heeft alleen maar betrekking op de door mensen bij de biecht opgelegde genoegdoeningen. |
10. [35] Non christiana predicant, qui docent, quod redempturis animas vel confessionalia non sit necessaria contritio. | 35. Niet christelijk prediken zij, die leren, dat zij die zielen uit het vagevuur loskopen of biechtbrieven verwerven geen berouw nodig hebben. |
11. [36] Quilibet christianus vere compunctus habet remissionem plenariam a pena et culpa etiam sine literis veniarum sibi debitam. | 36. Ieder christen die oprecht berouw heeft, heeft een volkomen vergeving van straf en schuld, ook zonder aflaatbrieven. |
12. [37] Quilibet versus christianus, sive vivus sive mortuus, habet participationem omnium bonorum Christi et Ecclesie etiam sine literis veniarum a deo sibi datam. | 37. Ieder christen, hetzij dood of levend, heeft deel aan alle goederen van Christus en van de Kerk, ook zonder aflaatbrieven; het wordt alles door God geschonken. |
13. [38] Remissio tamen et participatio Pape nullo modo est contemnenda, quia (ut dixi) est declaratio remissionis divine. | 38. Toch moet het aandeel van de paus in de vergeving niet veracht worden, want – zoals boven gezegd (st. 6) – ook dat is een aanzeggen en toezeggen van de goddelijke vergeving. |
14. [39] Difficillimum est etiam doctissimis Theologis simul extollere veniarum largitatem et contritionis veritatem coram populo. | 39. Het is erg moeilijk, ook voor de geleerdste theologen, om voor het volk tegelijk hoog op te geven van een overvloed aan aflaten en aan te sporen tot een waarachtig berouw. |
15. [40] Contritionis veritas penas querit et amat, Veniarum autem largitas relaxat et odisse facit, saltem occasione. | 40. Waarachtig berouw verlangt de straf en bemint die, maar de overvloed aan aflaten maakt onverschillig en doet die (straffen) haten, geeft daar althans gelegenheid toe. |
16. [41] Caute sunt venie apostolice predicande, ne populus false intelligat eas preferri ceteris bonis operibus charitatis. | 41. Men moet voorzichtig zijn met het verkondigen van de pauselijke aflaten, opdat bij het volk niet de verkeerde mening post vat, dat deze de voorkeur verdienen boven andere goede werken der liefde. |
17. [42] Docendi sunt christiani, quod Pape mens non est, redemptionem veniarum ulla ex parte comparandam esse operibus misericordie. | 42. Men moet de christenen leren: het is niet in de geest van de paus het verwerven van aflaten ook maar bij benadering op één lijn te stellen met de werken der barmhartigheid. |
18. [43] Docendi sunt christiani, quod dans pauperi aut mutuans egenti melius facit quam si venias redimereet. | 43. Men moet de christenen leren: Wie aan een arme geeft of aan een behoeftige leent, handelt beter dan wie een aflaat koopt. |
19. [44] Quia per opus charitatis crescit charitas et fit homo melior, sed per venias non fit melior sed tantummodo a pena liberior. | 44. Want door een daad van liefde neemt de liefde toe en wordt de mens beter, maar door de aflaat wordt hij niet beter, hoogstens van wat straffen bevrijd. |
20. [45] Docendi sunt christiani, quod, qui videt egenum et neglecto eo dat pro veniis, non idulgentias Pape sed indignationem dei sibi vendicat. | 45. Men moet de christenen leren: Wie een arme ziet en hem negeert en in plaats daarvan een aflaat koopt, verwerft zich niet een pauselijke aflaat maar de toorn Gods. |
21. [46] Docendi sunt christiani, quod nisi superfluis abundent necessaria tenentur domui sue retinere et nequaquam propter venias effundere. | 46. Men moet de christenen leren: Als ze geen overdadige rijkdom bezitten, dan zijn ze verplicht wat voor hun huis(houden) nodig is opzij te zetten en het in geen geval aan aflaten te verspillen. |
22. [47] Docendi sunt christiani, quod redemptio veniarum est libera, non precepta. | 47. Men moet de christenen leren: Aflaten kopen geschiedt op vrijwillige basis en is geen gebod. |
23. [48] Docendi sunt christiani, quod Papa sicut magis eget ita magis optat in veniis dandis pro se devotam orationem quam promptam pecuniam. | 48. Men moet de christenen leren: De paus verlangt en wenst als hij een aflaat toekent, veeleer een vroom gebed voor hemzelf dan snel geld. |
24. [49] Docendi sunt christiani, quod venie Pape sunt utiles, si non in eas confidant, Sed nocentissime, si timorem dei per eas amittant. | 49. Men moet de christenen leren: De pauselijke aflaat is nuttig zolang men daarop niet z’n vertrouwen stelt, maar is extreem schadelijk, als men daardoor de vreze Gods vaarwel zegt. |
25. [50] Docendi sunt christiani, quod si Papa nosset exactiones venialium predicatorum, mallet Basilicam s. Petri in cineres ire quam edificari cute, carne et ossibus ovium suarum. | 50. Men moet de christenen leren: Als de paus wist hoe de aflaatpredikers het geld binnenhalen, dan zou hij liever de St. Pieterskerk in de as leggen, dan die laten opbouwen met huid, vlees en botten van zijn schapen. |
1. [51] Docendi sunt christiani, quod Papa sicut debet ita vellet, etiam vendita (si opus sit) Basilicam s. Petri, de suis pecuniis dare illis, a quorum plurimis quidam concionatores veniarum pecuniam eliciunt. | 51. Men moet de christenen leren: De paus zou bereid zijn – zoals hij dat ook verplicht is – zonodig de St. Pieterskerk te verkopen om van zijn eigen geld uit te delen aan hen – en ze zijn met velen – bij wie de aflaatkramers het geld uit de zakken kloppen. |
2. [52] Vana est fiducia salutis per literas veniarum, etiam si Commissarius, immo Papa ipse suam animam pro illis impigneraret. | 52. Erop vertrouwen door aflaten zalig te worden is zinloos, zelfs al zou de aflaatcommissaris, ja de paus zelf, er zijn ziel voor in onderpand geven. |
3. [53] Hostes Christi et Pape sunt ii, qui propter venias predicandas verbum dei in aliis ecclesiis penitus silere iubent. | 53. Wie ten behoeve van de aflaatpreken de verkondiging van het Woord van God in de kerken in de omgeving verbieden, zijn vijanden van Christus en de paus. |
4. [54] Iniuria fit verbo dei, dum in eodem sermone equale vel longius tempus impenditur veniis quam illi. | 54. Aan het Woord van God wordt onrecht gedaan, als men in een preek evenveel of zelfs meer tijd besteedt aan het verkondigen van de aflaat dan aan het Woord van God. |
5. [55] Mens Pape necessario est, quod, si venie (quod minimum est) una campana, unis pompis et ceremoniis celebrantur, Evangelium (quod maximum est) centum campanis, centum pompis, centum ceremoniis predicetur. | 55. Dit is zeker de bedoeling van de paus: Als er voor de aflaat – het geringe – één klok geluid wordt, één processie en één dienst gehouden wordt, dan moet het Evangelie met honderd klokken , honderd processies, en honderd kerkdiensten, verkondigd worden. |
6. [56] Thesauri ecclesie, unde Pape dat indulgentias, neque satis nominati sunt neque cogniti apud populum Christi. | 56. De ‘schatten’ der Kerk waaruit de paus de aflaat uitdeelt, zijn in de gemeente van Christus niet duidelijk genoeg aangegeven of bekend gemaakt. |
7. [57] Temporales certe non esse patet, quod non tam facile eos profundunt, sed tantummodo colligunt multi concionatorum. | 57. Blijkbaar gaat het hier niet om tijdelijke goederen, want die zouden door velen van de predikers niet zo makkelijk met volle handen uitgedeeld worden, die zouden ze eerder inzamelen. |
8. [58] Nec sunt merita Christi et sanctorum, quia hec semper sine Papa operantur gratiam hominis interioris et crucem, mortem infernumque exterioris. | 58. Het zijn ook niet de verdiensten van Christus en de heiligen, want die bewerken altijd, zonder toedoen van de paus, de genade voor de innerlijke mens en tegelijkertijd kruis, dood en hel voor de uitwendige mens. |
9. [59] Thesauros ecclesie s. Laurentius dixit esse pauperes ecclesie, sed locutus est usu vocabuli suo tempore. | 59. St. Laurentius heeft de armen der Kerk de schatten der Kerk genoemd; maar hij heeft daarbij het woord gebruikt naar de geest van zijn tijd. |
10. [60] Sine temeritate dicimus claves ecclesie (merito Christi donatas) esse thesaurum istum. | 60. Wij zijn het er helemaal mee eens, dat die schat bedoeld is, als het over de sleutels van de Kerk (door de verdienste van Christus geschonken) gaat. |
11. [61] Clarum est enim, quod ad remissionem penarum et casuum sola sufficit potestas Pape. | 61. Want het is duidelijk, dat voor kwijtschelding van straffen en in de hem voorbehouden gevallen (zie st. 6), de macht van de paus alleen voldoende is. |
12. [62] Verus thesaurus ecclesie est sacrosanctum evangelium glorie et gratie dei. | 62. De ware schat der Kerk is het heilig Evangelie van de heerlijkheid en de genade van God. |
13. [63] Hic autem est merito odiosissimus, quia ex primis facit novissimos. | 63. Maar deze schat wordt – logisch – zeer gehaat, want hij maakt de eersten tot de laatsten. |
14. [64] Thesaurus autem indulgentiarum merito est gratissimus, quia ex novissimis facit primos. | 64. De schat der aflaten daarentegen is bijzonder geliefd – ook logisch – want hij maakt de laatsten tot de eersten. |
15. [65] Igitur thesauri Evangelici rhetia sunt, quibus olim piscabantur viros divitiarum. | 65. De schatten van het Evangelie zijn dus de netten waarmee men vroeger vermogende mensen ving. |
16. [66] Thesauri indulgentiarum rhetia sunt, quibus nunc piscantur divitias virorum. | 66. De schatten van de aflaat zijn de netten waarmee men nu het vermogen van de mensen vangt. |
17. [67] Indulgentie, quas concionatores vociferantur maximas gratias, intelliguntur vere tales quoad questum promovendum. | 67. De aflaat, die door de predikers als de ‘grootste genade’ verkondigd wordt, moet inderdaad ‘groot’ heten, in die zin, dat hij veel opbrengt. |
18. [68] Sunt tamen re vera minime ad gratiam dei et crucis pietatem comparate. | 68. Maar de aflaat is werkelijk uiterst gering, vergeleken met de genade van God en het geloofsleven onder het kruis. |
19. [69] Tenentur Episcopi et Curati veniarum apostolicarum Commissarios cum omni reverentia admittere. | 69. De bisschoppen en pastoors zijn verplicht de commissarissen van de apostolische aflaat met alle eerbied toe te laten. |
20. [70] Sed magis tenentur omnibus oculis intendere, omnibus auribus advertere, ne pro commissione Pape sua illi somnia predicent. | 70. Maar ze zijn nog meer verplicht met ogen en oren op te letten, dat deze commissarissen niet in plaats van wat de paus heeft opgedragen hun eigen fantasieën prediken. |
21. [71] Contra veniarum apostolicarum veritatem qui loquitur, sit ille anathema et maledictus. | 71. Wie de waarheid van de pauselijke aflaat weerspreekt, die zij vervloekt en verdoemd! |
22. [72] Qui vero, contra libidinem ac licentiam verborum Concionatoris veniarum curam agit, sit ille benedictus. | 72. Maar wie zich bezorgd maakt over de willekeur en de brutaliteit in de woorden van de aflaatpredikers, die zij gezegend! |
23. [73] Sicut Papa iuste fulminat eos, qui in fraudem negocii veniarum quacunque arte machinantur, | 73. Zoals de paus terecht met zijn toorn en ban hen straft die ten aanzien van de aflaathandel allerlei bedrog plegen, |
24. [74] Multomagnis fulminare intendit eos, qui per veniarum pretextum in fraudem sancte charitatis et veritatis machinantur, | 74. zo wil hij nog veel meer hen straffen met zijn toorn en de ban, die onder de dekmantel van de aflaat met allerlei handigheden aan de heilige liefde en de waarheid afbreuk doen. |
25. [75] Opinari venias papales tantas esse, ut solvere possint hominem, etiam si quis per impossibile dei genitricem violasset, Est insanire. | 75. Te veronderstellen, dat de aflaat van de paus zo krachtig werkt, dat hij een mens zou kunnen vrijspreken van de zonde, zelfs als hij (om iets onmogelijks te noemen) de moeder Gods verkracht had, is krankzinnig. |
1. [76] Dicimus contra, quod venie papales nec minimum venialium peccatorum tollere possint quo ad culpam. | 76. Wij stellen daarentegen, dat de pauselijke aflaat niet de schuld kan wegnemen van ook maar de geringste vergefelijke zonde. |
2. [77] Quod dicitur, nec si s. Petrus modo Papa esset maiores gratias donare posset, est blasphemia in sanctum Petrum et Papam. | 77. Wie zegt, dat St. Petrus, als hij nu paus was, geen groter genade zou kunnen uitdelen, lastert zowel St. Petrus als de paus. |
3. [78] Dicimus contra, quod etiam iste et quilibet papa maiores habet, scilicet Evangelium, virtutes, gratias curationum &c. ut 1. Co. XII. | 78. Daartegenover stellen wij, dat deze, ja iedere paus, over grotere genaden (dan de aflaat) beschikt, namelijk over het Evangelie, krachten, de charismata der genezing enz. zoals beschreven in 1 Cor. 12 |
4. [79] Dicere, Crucem armis papalibus insigniter erectam cruci Christi equivalere, blasphemia est. | 79. Zeggen, dat het aflaat-kruis dat opgericht wordt (in de kerken) gesierd met het pauselijk wapen, gelijkwaardig is aan het kruis van Christus, is een godslastering. |
5. [80] Rationem reddent Episcopi, Curati et Theologi, Qui tales sermones in populum licere sinunt. | 80. Bisschoppen, priesters en theologen zullen er rekenschap van moeten afleggen. dat zij dulden, dat men het volk dergelijke dingen predikt. |
6. [81] Facit hec licentiosa veniarum predicatio, ut nec reverentiam Pape facile sit etiam doctis viris redimere a calumniis aut certe argutis questionibus laicorm. | 81. Een dergelijke onbeschaamde aflaatprediking maakt het ook geleerden moeilijk om de eer en de waardigheid van de paus in bescherming te nemen tegen laster en zeker ook tegen de scherpe vragen van leken. [volgen dus een aantal uitspraken zogezegd opgetekend uit de volksmond, slimme zet van Luther] |
7. [82] Scilicet. Cur Papa non evacuat purgatorium propter sanctissimam charitatem et summam animarum necessitatem ut causam omnium iustissimam, Si infinitas animas redimit propter pecuniam funestissimam ad structuram Basilice ut causam levissimam? | 82. Te weten: Waarom ruimt de paus het vagevuur niet leeg vanwege zijn allerheiligste liefde en vanwege de grote nood der zielen – de rechtvaardigste reden die je kunt bedenken; terwijl hij oneindig veel zielen verlost vanwege dat ellendige geld voor de bouw van de basiliek – toch wel de allerlichtste reden. |
8. [83] Item. Cur permanent exequie et anniversaria defunctorum et non reddit aut recipi permittit beneficia pro illis instituta, cum iam sit iniuria pro redemptis orare? | 83. — Of: waarom blijven de dodenmissen en de jaarlijkse gedachtenisvieringen voor de overledenen nog bestaan en waarom geeft hij de jaargelden die daarvoor gesticht werden niet terug, of staat hij hun teruggave niet toe, terwijl het toch zeker onjuist is om nog voor de al (door de aflaat) verlosten te bidden? |
9. [84] Item. Que illa nova pietas Dei et Pape, quod impio et inimico propter pecuniam concedunt animam piam et amicam dei redimere, Et tamen propter necessitatem ipsius met pie et dilecte anime non redimunt eam gratuita charitate? | 84. — Of: wat is dat voor een nieuwe vroomheid van God en van de paus, dat zij aan een goddeloze en vijand toestaan voor geld een godvrezende en door God beminde te verlossen, in plaats van dat zij die verlossen vanwege de nood van die godvrezende en beminde ziel zelf, uit vrije liefde. |
10. [85] Item. Cur Canones penitentiales re ipsa et non usu iam diu in semet abrogati et mortui adhuc tamen pecuniis redimuntur per concessionem indulgentiarum tanquam vivacissimi? | 85. — Of: waarom worden de oude boetevoorschriften, die toch allang feitelijk en praktisch zijn afgeschaft en als dode letter beschouwd moeten worden, nog met geld afgekocht in verband met de aflaat, alsof zij nog van kracht en springlevend waren? |
11. [86] Item. Cur Papa, cuius opes hodie sunt opulentissimis Crassis crassiores, non de suis pecuniis magis quam pauperum fidelium struit unam tantummodo Basilicam sancti Petri? | 86. — Of: waarom bouwt de paus nu niet liever de St. Pieterskerk van zijn eigen geld in plaats van dat van de arme christenen, terwijl toch zijn vermogen groter is dan dat van de rijkste Crassus? |
12. [87] Item. Quid remittit aut participat Papa iis, qui per contritionem perfectam ius habent plenarie remissionis et participationis? | 87. — Of: wat kan de paus nog kwijtschelden of schenken aan hen die door volkomen berouw reeds aanspraak hebben op volkomen vergeving en op het verkrijgen van alle geestelijke goederen? |
13. [88] Item. Quid adderetur ecclesie boni maioris, Si Papa, sicut semel facit, ita centies in die cuilibet fidelium has remissiones et participationes tribueret? | 88. — Of: wat zou voor de Kerk beter zijn, dan wanneer de paus, wat hij nu slechts eenmaal doet, dagelijks honderdmaal aan elke gelovige als kwijtschelding zou uitdelen? |
14. [89] Ex quo Papa salutem querit animarum per venias magis quam pecunias, Cur suspendit literas et venias iam olim concessas, cum sint eque efficaces? | 89. — Daar het de paus toch bij de aflaat meer te doen is om de zaligheid der zielen dan om het geld, waarom heeft hij dan de vroeger verleende brieven over aflaten doen vervallen, terwijl die toch evenveel uitwerking hadden? |
15. [90] Hec scrupulosissima laicorum argumenta sola potestate compescere nec reddita ratione diluere, Est ecclesiam et Papam hostibus ridendos exponere et infelices christianos facere. | 90. Als men deze scherpe en ernstige bezwaren van de leken slechts met geweld wil onderdrukken en ze niet tot zwijgen wil brengen door met goede argumenten aan te komen, betekent dit, dat men de Kerk en de paus aan de spot der vijanden prijs geeft en de christenen ongelukkig maakt. |
16. [91] Si ergo venie secundum spiritum et mentem Pape predicarentur, facile illa omnia solverentur, immo non essent. | 91. Als de aflaten naar de geest en de bedoeling van de paus gepredikt werden, dan zouden die bezwaren makkelijk opgevangen kunnen worden, ja dan zouden ze nooit opgekomen zijn. |
17. [92] Valeant itaque omnes illi prophete, qui dicunt populo Christi `Pax pax,’ et non est pax. | 92. Weg dus met al die profeten, die tot de gemeente van Christus zeggen: ‘Vrede, vrede’ en er is geen vrede [Ezech. 13:10, 16] |
18. [93] Bene agant omnes illi prophete, qui dicunt populo Christi `Crux crux,’ et non est crux. | 93. Moge het echter die profeten welgaan, die tot de gemeente van Christus zeggen: Kruis, kruis en het is geen kruis. |
19. [94] Exhortandi sunt Christiani, ut caput suum Christum per penas, mortes infernosque sequi studeant, | 94. Men moet de christenen aansporen om hun Hoofd Christus te trachten na te volgen door straffen, dood en hel heen, |
20. [95] Ac sic magis per multas tribulationes intrare celum quam per securitatem pacis confidant. | 95. en zo meer erop vertrouwen, dat zij door vele verdrukkingen heen de hemel binnengaan, dan door een lichtvaardig vertrouwen op die vrede. |
M.D.Xvii. | 1517 |